- De Nederlandse inflatie blijft nog altijd hoog en kwam in mei uit op 8,8 procent; dat is wel iets lager dan de maand ervoor.
- Dit betekent dat sparen nog altijd niet loont: de hoogste spaarrentes liggen nog altijd ver onder het inflatiecijfer.
- Voedingsmiddelen waren in mei 9,1 procent duurder dan een jaar eerder, in april was dat 8,5 procent.
- Lees ook: Goudkoorts stijgt bij particuliere beleggers, nu hoge inflatie voorlopig niet weg lijkt te gaan.
De Nederlandse inflatie is afgelopen maand licht gedaald ten opzichte van de maand daarvoor. Was de inflatie in april nog 9,6 procent, in mei kwam de inflatie uit op 8,8 procent, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Deze daling kwam vooral doordat de prijsstijging van energie zoals elektriciteit, gas en stadsverwarming, minder groot was.
Met een inflatie die dicht bij de 9 procent ligt lopen de kosten voor het levensonderhoud alsnog flink op. Dit zorgt er ook voor dat de koopkracht van spaargeld afneemt. De spaarrentes liggen immers nog altijd ver beneden het inflatiecijfer.
Van een kentering in de spaarrentes is vooralsnog weinig zichtbaar. De hoogste variabele spaarrente ligt momenteel op 0,05 procent, wat zorgt voor een gapende kloof met de inflatie. Dat is te zien in onderstaande grafiek.
Energie levert momenteel een belangrijke bijdrage aan de totale inflatie. In mei was energie 105 procent duurder dan een jaar eerder, in april was dit 136 procent.
De prijsontwikkeling van prijzen van stroom en gas wordt door het CBS gemeten op basis van nieuwe contracten. Het statistiekbureau voert een onderzoek uit naar het meten van de energieprijzen in het inflatiecijfer.
Benzine was in mei gemiddeld bijna 24 procent duurder dan een jaar eerder, in april was sprake van een plus van ruim 20vprocent. Aan de pomp kostte een liter benzine in mei gemiddeld 2,19 euro, in april was dat 2,09 euro. In april was de benzineprijs nog gedaald ten opzichte van de maand daarvoor, als gevolg van de accijnsverlaging op motorbrandstoffen.
Ook voor voeding moest afgelopen maand meer worden betaald. Voedingsmiddelen waren in mei 9,1 procent duurder dan een jaar eerder, in april was dat 8,5 procent.
De prijsontwikkeling van vlees droeg hieraan het meeste bij. Vlees was in mei 13,9 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar, in april was dat 10,5 procent. Ook suiker en zoetwaren, oliën en vetten en kaas- en kwarkproducten werden duurder.